-
1 een compromis aangaan, sluiten
een compromis aangaan, sluiten -
2 een compromis aangaan/sluiten
een compromis aangaan/sluitencome to/reach a compromiseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een compromis aangaan/sluiten
-
3 compromis
-
4 compromis
2 [tussenoplossing] compromise3 [geschiedenis] [verbond] compromise♦voorbeelden:2 een compromis aangaan/sluiten • come to/reach a compromise -
5 compromise
n. compromis--------v. compromis sluitencompromise1[ komprəmajz] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————compromise2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 compromitteren ⇒ in opspraak brengen, de goede naam aantasten van♦voorbeelden:2 you compromised yourself by working for that paper • door je werk voor die krant heb je je gecompromitteerd -
6 poire
poire [pwaar]〈v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 peer♦voorbeelden:poire à cuire • stoofpeergarder une poire pour la soif • een appeltje voor de dorst bewarenrecevoir qc. en pleine poire • iets midden in zijn smoel krijgen4 être poire • sullig, een stommeling zijnf1) peer2) smoel, snuit3) sul -
7 transiger
transiger [trãziezĵee]〈 werkwoord〉2 schipperen ⇒ water bij de wijn doen, concessies doen♦voorbeelden: -
8 couper la poire en deux
couper la poire en deux -
9 balance
n. balans; evenwicht; standvastigheid; weegschaal; saldo--------v. in evenwicht brengen, opwegen tegen; sluitend maken; sluitend zijnbalance1[ bæləns]♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 his fate is/hangs in the balance • zijn lot is onbeslist/onzekerbalance of trade • handelsbalansadverse balance • passieve balansstrike a balance • 〈 figuurlijk〉een compromis/het juiste evenwicht vindenbalance of profit • overwinstbalance of an account • saldo van een rekeningavailable balance • beschikbaar saldobudgetary balance • begrotingssaldobalance due • debetsaldoexternal balance • uitvoersaldopay the balance • het saldo vereffenen¶ on balance • rekening houdend met alle gegevens, alles in aanmerking genomen♦voorbeelden:balance of power • machtsevenwichtupset the balance • het evenwicht verbrekenredress the balance • het evenwicht herstellenhe put me off balance • hij bracht me uit mijn evenwicht; 〈 figuurlijk〉 hij bracht mij van mijn stuk————————balance21 schommelen ⇒ balanceren, slingeren3 in evenwicht staan/blijven ⇒ balanceren♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 in evenwicht brengen/houden ⇒ balanceren♦voorbeelden:3 balance the books • de boeken/het boekjaar afsluiten
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский